e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vleien flemen: flemen (Leopoldsburg), fletsen: Van Dale: fletsen, (gew.) 2. flemen.  fletsen (Leopoldsburg) iemand dingen zeggen die hem aanstaan en aangenaam zijn, maar die overdreven en onwaar zijn, om bij hem in een goed boekje te komen staan [mouwvegen, mouwstrijken, afluizen, fletsen, lemmen, loeflokken, vleien, bakkeleien, flodderen] [N 85 (1981)] || vragen op een vleiende toon [afkuiten] [N 85 (1981)] III-3-1
vleier fletser: fleͅtseͅr (Leopoldsburg), mouwfrotter (<fr.): māurfroteͅr (Leopoldsburg), mouwveger: mouw veger (Leopoldsburg) een bloksleper (vleier) of andere woorden voor vleier, mouwveger enz. [ZND 32 (1939)] || een persoon die graag vleit [zie vraag 365] [bloksleep, bloksleper, fleerbaard, kontekruiper, mouwveger] [N 85 (1981)] III-3-1
vliegend ongedierte vliegbeestjes: vlixbiəskəs (Leopoldsburg) vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
vliegennet vliegennet: vliegennet (Leopoldsburg) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vlieger vlieger: vlieger (Leopoldsburg) Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] III-3-2
vliegtuig vliegtuig: vliegtuig (Leopoldsburg) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegplein: vliegplein (Leopoldsburg) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlier klotsboom: gecombineerd met ZND 8 055, idem  klotsboom (Leopoldsburg), vlierboom: gecombineerd met ZND 8 055, idem  flierboeëm (Leopoldsburg), vlierenboom: gecombineerd met ZND 8 055, idem  fliereboom (Leopoldsburg) vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)] III-4-3
vliering zoldertje: zoldərkə (Leopoldsburg) Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] III-2-1
vlinder pepel: piəpəl (Leopoldsburg) vlinder, pepel [RND] III-4-2