e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoolbeslag klompzool: klǫmp˲zōǝl (Leopoldsburg) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zorgen voor opletten: opletten (Leopoldsburg) toezien en moeite doen dat iets uitgevoerd of onderhouden wordt [gadeslaan, bezorgzaam zijn, bekommerd zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
zuchten blazen: bloaze (Leopoldsburg) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigfles tutterfles: cf. VD s.v. "tutter"(gew. fopspeen cf. WNT s.v. "tutteren (I)"; samenst. tutterfles (CV.)  tutterfles (Leopoldsburg) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)] III-2-2
zuinig profijtelijk: profijtelijk (Leopoldsburg) van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)] III-3-1
zure haring rolmops: rolmops (Leopoldsburg) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zuring, groente surkel: surkel (Leopoldsburg) I-7
zuurdesem desem: dézem (Leopoldsburg) desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)] III-2-3
zuurkool choucroute (fr.): soukrout (Leopoldsburg), zuurmoes: zuurmoes (Leopoldsburg) zuurkool [ZND 08 (1925)] III-2-3
zwaaien zwaaien: zwaojə (Leopoldsburg) Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)] III-1-2