e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dunne sjaal foulard (fr.): foulard (Leopoldsburg) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
durfal kadee: cadee (Leopoldsburg) iemand die alles durft te doen [kadee, mannekeskneuter, durfal] [N 85 (1981)] III-1-4
dutje dutje: dutjə (Leopoldsburg, ... ), slaapje: ə sləpkə dun (Leopoldsburg) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] || Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)] || middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)] III-1-2
duur duur: duur (Leopoldsburg), dy(3)̄r (Leopoldsburg) duur [ZND A2 (1940sq)] || veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1
duwen duwen: dāwə (Leopoldsburg) duwen [RND] III-1-2
dwangbuis camisole de force (fr.): Van Dale (FN): camisole, ss. camisole de force, dwangbuis.  camisole-d-force (Leopoldsburg) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk biels: biels (Leopoldsburg) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalkjes, egscheien dwarsbalken: dwars˱balǝkǝ (Leopoldsburg) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsdrijver tegendraadse, een -: tegendraadse (Leopoldsburg) iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] III-1-4
dwaze streek stommiteit: stommiteit (Leopoldsburg) een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)] III-1-4