e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
endeldarm gatdarm: gatderm (Leopoldsburg) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
engel engel: engeͅl engeͅle (Leopoldsburg) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever engerling: eͅŋərleŋ (Leopoldsburg), made: maoi (Leopoldsburg), sic  əmmāojoan (Leopoldsburg) engerling, larve van de meikever die aan gras- en plantenwortels vreet [N 26 (1964)] || engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enig kind enig kind: enig kind (Leopoldsburg) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enten griffelen: grefələ (Leopoldsburg), grifələ (Leopoldsburg) [RND 07] [ZND 34 (1940)] I-7
envelop envelop (<fr.): enveloppe (Leopoldsburg) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie aantastelijke ziekte: daz ən āəntasteͅlëəke zikteͅ (Leopoldsburg), epidemie: eepiedeemie (Leopoldsburg), ziekte die overgaat: dī zīkteͅ gāəd oveͅr (Leopoldsburg), ziekte die voortgaat: dī zīkteͅ gāəd vüəts (Leopoldsburg) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2
er heet aan toegaan spannen: spannen (Leopoldsburg) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog boog: boog (Leopoldsburg) Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] III-3-2
erf geleg: gəlēx (Leopoldsburg), koer: kūr (Leopoldsburg) I-7