e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fokmerrie kweekmerrie: kwēkmɛri (Leopoldsburg) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fooi pree (<fr.): pree (Leopoldsburg) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
forsgebouwde koe ferme koe: fɛrǝm kui̯ (Leopoldsburg) [N 3A, 141a] I-11
framboos framboos: frambūəs (Leopoldsburg) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
freesmachine frees: frēs (Leopoldsburg), frē̜s (Leopoldsburg) Machine, bestaande uit een metalen frame waarop een verticale as is aangebracht die voorzien is van een aantal beiteltjes. Met de freesmachine kunnen inkervingen in het hout worden aangebracht. Ze wordt ook gebruikt om bepaalde profielen in het hout aan te brengen en is dan vaak de vervanger van de profielschaven. Zie ook afb. 56. [N 53, 86a; monogr.] II-12
frezen frezen: frē̜zǝ (Leopoldsburg) Het hout met behulp van de freesmachine bewerken. [N 53, 109a; monogr.] II-12
fronsen fronsen: fronsə (Leopoldsburg) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten knotsen: knotsə (Leopoldsburg) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruiten bakken: bākkə (Leopoldsburg) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm made: mōͅj (Leopoldsburg) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2