e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebreide wollen muts breimuts: brämøts (Leopoldsburg) vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3
gebrekkig gebrekkig: gebrekeg (Leopoldsburg) ze is lam [ZND 29 (1938)] III-1-2
gebrekkig spreken hakkelen: hakkelen (Leopoldsburg) gebrekkig spreken [hakkelen, tottelen, stamelen, touwen, tatewalen, totteren, stotteren] [N 87 (1981)] III-3-1
gebruik gewoonte: gewoonte (Leopoldsburg) Een wijze van doen die in meer of minder ruime kring in zwang is [gebruik, gewoonte, gewente, zwang, geplogenheid]. [N 88 (1982)] III-3-2
gebruiken met driekoningen driekoningen zingen: zingen (Leopoldsburg) De naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari]. [N 88 (1982)] III-3-2
geburen geburen: geburen (Leopoldsburg) alle buren samen [geburen, gebuur] [N 90 (1982)] III-3-1
gecenterd zaagwerk toerwerk: tūrwęjrk (Leopoldsburg) Werk dat rond uitgezaagd is, bijvoorbeeld een rond tafelblad. [N 53, 33c] II-12
gecombineerde houtbewerkingsmachine combinée: kǫmbinē (Leopoldsburg) Houtbewerkingsmachine waarmee men kan vlakschaven, op dikte schaven, boren en zagen. Een dergelijke machine wordt vooral in grotere houtbewerkende bedrijven gebruikt. [N 53, 87; monogr.] II-12
gedenken; gedachtenis gedenken: gedenken (Leopoldsburg) terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)] III-1-4
gedrongen postuur kort gewrongen: kət gəwroͅŋə (Leopoldsburg) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1