e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gedupeerd gezien: gezien (Leopoldsburg) veel nadeel of hinder van een of andere daad of woorden ondervindend [gezien, geleverd, gepluimd] [N 85 (1981)] III-1-4
gedwee gewillig: gewillig (Leopoldsburg) blijken van onderworpenheid tonend, zonder nadenken opdrachten uitvoerend [gewillig, braaf, gedwee, gemakkelijk, goed, zacht] [N 85 (1981)] III-1-4
geelzucht geel, het -: hət geel (Leopoldsburg) Geelzucht: ziekte die zich uiterlijk kenmerkt door de gele kleur die de huid aanneemt ten gevolge van de opneming der galkleurstof in het bloed (galzucht, galziekte, geluw, gele verf, geelverf, verf, geelaard, gele ziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
geen ... waard geen pens waard: gine pens werd (Leopoldsburg), geen vets waard: geen vets waard (Leopoldsburg), niks boutique: vroeger veel gebruikt  niks pətik (Leopoldsburg) Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)] III-3-1
geen rust hebben ongedurig zijn: ongedurig zijn (Leopoldsburg) geen rust hebben [N 85 (1981)] III-1-4
geerakker kortvoren: kǫrt˲vōrǝ (Leopoldsburg) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geestig plezante, een -: plezante (Leopoldsburg) met fijnzinnige humor [koel, gevat, geestig] [N 85 (1981)] III-1-4
geeuwen gapen: goape (Leopoldsburg), NB gaapstok: iemand die iets lang onbeweeglijk kan gadeslaan.  gāpə (Leopoldsburg), geeuwen: gīəwe (Leopoldsburg) gapen [N 10 (1961)] || geeuwen (als men slaperig is) [ZND 34 (1940)] III-1-2
geheimzinnig geheimzinnig: geheimzinnig (Leopoldsburg) een verborgen betekenis hebbend, in het geheim geschiedend [bekeinsd, geheimzin-nig] [N 85 (1981)] III-1-4
geheugen geheugen: geheugen (Leopoldsburg) het vermogen om zich dingen te herinneren [geheugen, memorie] [N 85 (1981)] III-1-4