e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gele kwikstaart koehoedertje: koehoedertje (Leopoldsburg), kwikstaart: kwikstaart (Leopoldsburg) kwikstaart, geel (Motacilla flava flava L.) [Lk 04 (1953)] || kwikstaart, gele [G 04 (1974)] III-4-1
geleider van de sponningschaaf breedteguide: brijɛtǝgit (Leopoldsburg), guide: gīt (Leopoldsburg), hoogteguide: høxtǝgit (Leopoldsburg) De smalle, soms verstelbare lat langs de zool van de sponningschaaf, die er voor zorgt dat tijdens het schaven de juiste breedte wordt aangehouden. Soms is er ook aan de zijkant van de sponningschaaf een blokje aangebracht dat er voor zorgt dat tijdens het schaven de juiste diepte wordt aangehouden. Het woordtype hoogteguide uit Leopoldsburg (K 317) verwijst daarnaar. [N 53, 63b] II-12
gelijkspelen gelijkspelen: gelijk spelen (Leopoldsburg) Quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan]. [N 88 (1982)] III-3-2
gelijkvijlen, gelijkraspen effen vijlen: ɛfǝ vęjlǝ (Leopoldsburg) Met een houtvijl of houtrasp een werkstuk mooi gelijkmaken, bijvoorbeeld nadat onderdelen daarvan zijn samengevoegd. [N 53, 158c] II-12
gelukken gelukken: gelukken (Leopoldsburg) een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksvogel: geluks vogel (Leopoldsburg) iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: gemakkelijk (Leopoldsburg) geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] III-1-4
gemaskerd persoon gemaskeerde: gemaskeerde (Leopoldsburg), gemaskerde: gemaskerde (Leopoldsburg), gəmaskərdə (Leopoldsburg), verklede: veͅrklīədə (Leopoldsburg), vermomde: veͅrmūəmdə (Leopoldsburg) Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)] || Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] III-3-2
gemeen gemeen: gəmi[ə}n (Leopoldsburg), gəmiən (Leopoldsburg), laag: laag (Leopoldsburg) gemeen [ZND A2 (1940sq)] || slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)] III-1-4
gemeentebelasting gemeentelasten: gemeentelasten (Leopoldsburg) de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)] III-3-1