e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289b plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tabak knasterd: Een knaster is eigenlijk een rieten korf, waarmee vroeger allerlei vruchte en ook tabak uit vreemde landen werd ingevoerd. De tabak was wel eens vochtig door het zeewater en had dan een walgelijke geur  knastert (Leuken), tabak: tebak (Leuken) slechte tabak || tabak III-2-3
tabakspruim pruimpje: pruumke (Leuken), rolletje: Uitsluitend verklw.  rölke (Leuken) rolletje pruimtabak III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Leuken) tafel III-2-1
tafelkleed tafellaken: tōͅfəllākə (Leuken) tafelkleed III-2-1
tafelmes tafelmes: toafelmes (Leuken) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak op ingezaaid land vreerijs: vrēris (Leuken) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
takkenbos, bussel hout fascine (fr.): (lang voor waterkering).  fesiene (Leuken), mutterd: möttert (Leuken) inventarisatie benamingen takkenbos, bussel takken en twijgen alnaargelang houtsoort of boslengte [N 27 (1965)] || takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
talud talud: tǝlȳj (Leuken) De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.] I-8
tamme kanarie kanarie: kenaarie (Leuken), kanarievogel: knārivūəgəl (Leuken) kanarievogel || kater III-2-1
tanden van de hooihark tanden: taŋ (Leuken) De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d] I-3