20588 |
koffiedik |
dras:
dras (L289b Leuken)
|
koffiebezinksel
III-2-3
|
19515 |
koffiepot |
koffiekan:
koffiekan (L289b Leuken),
koffiepot:
koffiepot (L289b Leuken),
trekpot:
(voor koffie) \"e\"als in franse père
trekpot (L289b Leuken)
|
pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)] || pot, metalen ~; inventarisatie benamingen (tutpot, pappot, trekpot, braajpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20787 |
koken (intr.) |
koken:
Weem koeëktj heej: wordt gezegd als iemand aanmerkingen heeft over het eten
koeëke (L289b Leuken)
|
koken
III-2-3
|
20800 |
koken (tr.) |
koken:
koôke (L289b Leuken)
|
koken
III-2-3
|
24189 |
kokmeeuw |
keek:
keek (L289b Leuken)
|
kokmeeuw
III-4-1
|
19615 |
kom |
kom:
kom (L289b Leuken),
staar:
stā.r (L289b Leuken)
|
aardewerken kom, blauw van kleur en met hoge vorm, met 2 oren voor braadworst of zuurkool || kom
III-2-1
|
18835 |
komisch |
komiek:
kemiek (L289b Leuken)
|
kluchtig, eigenaardig
III-1-4
|
20133 |
konijnenjong |
jong konijntje:
joŋ kninkəs (L289b Leuken)
|
konijn, jongen ve konijn [N 19 (1963)]
III-2-1
|
21266 |
koning |
koning:
kȳǝneŋ (L289b Leuken)
|
De zware staande as die bij de Hollandse molen de drijfkracht van de roeden overbrengt vanaf het aswiel via wieg of bovenbonkelaar en spoorwiel naar de rondsels van de staakijzers. Zie ook afb. 64.23. [N O, 50d; Sche 40; monogr.; A 42A, 14]
II-3
|
28400 |
koningin |
moer:
mōr (L289b Leuken)
|
Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.]
II-6
|