e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

Gevonden: 2725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
framboos flamboos: flamboeës (Leuken), framboos: framboeës (Leuken) framboos I-7
frater steenknuiter: steînknuuëter (Leuken) frater III-4-1
frikandel frikadel: frikkedel (Leuken) frikandel III-2-3
fruit eten snatsen: Hae és maager van ¯t snaatse  snaatse (Leuken) uit de hand fruit eten III-2-3
fruit, ooft ooft: spec. slechte soort peer als vlaaispijs gebruikt  oeëft (Leuken) ooft I-7
fruit, slechte kwaliteit kraatsel: kraatsel (Leuken) gerimpelde appel I-7
fundament fondament: fǫ.ndǝmę.nt (Leuken), fǫndǝmɛnt (Leuken) De grondvesten van een gebouw. Het fundament kan al dan niet onderheid zijn, wordt in metselsteen, stampbeton of gewapend beton uitgevoerd en reikt tot aan het maaiveld of de begane grond. [N 31, 1a; N 31, 1b; N 31, 1c; monogr.] II-9
funderingssleuven uitsteken (de) fundering uitgraven: føndēreŋ ūt˲grāvǝ (Leuken) Gleuven uitsteken langs de vier wanden op de bodem van de uitgegraven kelderruimte. In de sleuven worden later de fundamenten geplaatst. Zie voor het woordtype 'gescheuten' (Q 194) ook RhWb dl. VII, k. 962, s.v. 'Geschäu': ø̄das Mauerwerk aus Bruchsteinen an der Erde, auf dem die Balkenlage des Fachwerkhauses ruht.ø̄ [N 30, 25a; monogr.] II-9
gaan gaan: gaon (Leuken) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
gagel gaalhout: zeer aromatisch, gebruikt onder het stro in bedden om ongedierte te verdrijven  gaolhout (Leuken) gagel III-4-3