e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

Gevonden: 2725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hongerig hongerig: hŏĕngerig (Leuken) hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
honing honig: hōnēk (Leuken), honing: hōnǝŋ (Leuken) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd kop: kop (Leuken) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bol: bol (Leuken), knikker: knikker (Leuken) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdbalken van de eg balken: bɛlǝk (Leuken) De rechte of lichtelijk gebogen, zwaardere balkjes van het egraam, die door de lichtere scheien op een bepaalde afstand van elkaar gehouden worden. Meestal zijn - vooral bij de vierhoekige eg - in deze balken de tanden aangebracht. Voor de plaatsen waar men voor de hoofdbalken van de eg geen aparte term gebruikt, zie men het vorige lemma. [JG 1a + 1b; N 11, 69a; N 11A, 155a; monogr.] I-2
hoofdbord hoofdbred: hø̜i̯t˱brēt (Leuken) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofdkaas hoofdkaas: huitkeës (Leuken), Huitkieës met broeët  huitkieës (Leuken) hoofdkaas [DC 30 (1958)] || zult III-2-3
hoofdkussen kopkussen: koͅpkøͅsə (Leuken) hoofdkussen III-2-1
hoofdluis luis: loês (Leuken), WLD (met aantekeningen)  loes (Leuken, ... ), luus (Leuken) hoofdluis [N 26 (1964)] || luis || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
hoofdstel hoofdsel: hø̜tsǝl (Leuken), kopstuk: kǫpstø̜k (Leuken) Stel van leren riemen op het hoofd van het paard als het ingespannen is. Het woordtype hoofdsel is vermoedelijk ontstaan uit hoofdstel. Loesj als simplex of als eerste lid van een samenstelling gaat terug op het Franse louche "schuin/scheel". [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 17; R 3, 60; monogr.] I-10