e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

Gevonden: 2725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huidschilfers roos: roo.s (Leuken) schilfers op de huid [blusters] [N 10 (1961)] III-1-2
huif van de huifkar huif: huf (Leuken) Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr] I-13
huilen huilen: huûle (Leuken), krijten: kritje (Leuken), kriête (Leuken) huilen III-1-4
huis woonhuis: wūənhū.s (Leuken) woonhuis III-2-1
huis, woning huis: hū.s (Leuken), kruipgat: krū.p˃gāt (Leuken) huis || zeer bekrompen behuizing III-2-1
huismus, mus huiskets: hoêskets (Leuken), mus: ook verzamelnaam voor klein gevogelte  mös (Leuken) huismus || mus III-4-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vleeg (Leuken) vlieg III-4-2
huisweide bleekje: bleͅi̯kskə (Leuken) I-7
huiszwaluw steenzwalf: ook: gierzwaluw  steînzwâllef (Leuken) huiszwaluw III-4-1
huiveren rijderen: rie-e-re (Leuken) huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)] III-1-2