34314 |
jong varken |
bag:
baq (L289b Leuken)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
21910 |
jonge duif |
pieper:
pieper (L289b Leuken)
|
duif, jonge
III-4-1
|
34448 |
jonge geit |
lammetje:
lɛmkǝ (L289b Leuken)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
jonge hen:
joŋ hen (L289b Leuken)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
20159 |
jongen |
jong:
jông (L289b Leuken)
|
jongen
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
vrijer:
vri-jjer (L289b Leuken)
|
vrijer
III-2-2
|
20334 |
jongste kind |
kek:
meestal de lieveling in huis scheldnaam voor kind uit de straot, Kerkstraot te Nederweert
kek (L289b Leuken)
|
jongste kind uit het gezin
III-2-2
|
20697 |
jus, vleesnat |
saus:
Syst. WBD
saus (L289b Leuken)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
28766 |
jute |
baal:
bāl (L289b Leuken)
|
Vezelstof, de bastvezels van een soort hennep (Corchorus capsularis) uit Bangla Desh, gesponnen en geweven tot gordijnen, vloerkleden, zakken enz. (Van Dale, pag. 1250). [N 59, 201; monogr.]
II-7
|
17603 |
kaakbeen(rand) |
raak:
raak (L289b Leuken)
|
kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)]
III-1-1
|