e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knolvoer, rapen (coll.) groen: grȳn (Leunen), knolgroen: knǫlgrȳn (Leunen), knollengroen: knǫlǝgrȳn (Leunen) Rapen in het algemeen, als groenvoer of als ingekuild voer voor het vee gebruikt; herfstknollen. [N 12A, 4a; JG 1b, 2c; monogr.; add. uit N 11A, 29f en 29g; N 12, 40, N Q, 11a] I-5
knorren knaaien: knǭi̯ǝ (Leunen) Het natuurlijke geluid van een varken. [N 19, 23; Wi 56; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
knorrepot knaaierd: knaojerd (Leunen), knorrepot: knorrepot (Leunen), mopperkont: mopperkoont (Leunen) brombeer, kankeraar etc. || knorrepot [SGV (1914)] || mopperaar III-1-4
knuppel, knots knuppel: knuppel (Leunen) knuppel [SGV (1914)] III-1-2
koe koe: ku (Leunen), kuu̯ (Leunen), kuu̯ǝ (Leunen) Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s] I-11
koe die eenmaal heeft gekalfd eerste maal: ørstǝ mǭl (Leunen), ērstǝ mǭl (Leunen) Zie afbeelding 6. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N C, 14a; monogr.] I-11
koe die pas gekalfd heeft vaars: vǫrs (Leunen) Voor een aantal varianten van vaars zou men kunnen denken aan een woord vers. Het wnt (xx-1, blz. 2125) vermeldt ''vers'' in de betekenis van "jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft" (wnt xviii, blz. 72). Het onderscheid tussen vers- en vaarsvarianten is niet altijd even duidelijk. Daarom is er gekozen voor één woordtype vaars.' [A 4, 16; L 20, 16] I-11
koe die tweemaal heeft gekalfd tweede maal: twēdǝ mǭl (Leunen), twēǝdǝ mǭl (Leunen), twɛdǝ mǭl (Leunen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b] I-11
koe met hellend kruis hangkont: haŋkōnt (Leunen), háŋkōnt (Leunen) [N 3A, 145a; monogr.] I-11
koe met korte poten diepe koe: dipǝ kuu̯ (Leunen) [N 3A, 142b] I-11