e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leeuwenbek slofje: scrohilaria ceae  slufke (Leunen) leeuwenbekje III-4-3
lege eerste koe guste koe: gøstǝ [koe] (Leunen), schot: sxǫt (Leunen), weischot: węi̯sxǫt (Leunen) Jong rund dat eenmaal heeft gekalfd, maar dat daarna niet meer drachtig wil worden of waarmee men niet verder wil fokken. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 25b; N C, 15; monogr.] I-11
leggen leggen: legge (Leunen) leggen [SGV (1914)] III-1-2
legnest nest: nē ̞st (Leunen) Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25] I-6
leiden dekken: dɛkǝ (Leunen) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
lekkerbek spader: Aete as enne spaajer: zeer veel eten  spaajer (Leunen) goede eter III-2-3
lemmer het scherp: Schi‰te met schaerp  schaerp (Leunen), lemmet: limmet (Leunen) scherp van een mes || zijvlak van een mes, bijl III-2-1
lemmers schenen: schenen (Leunen) Lange metalen plaatjes die in de hals van de molenas ter versteviging zijn ingewerkt. Zie ook afb. 46. [N O, 10k] II-3
lende lende: lènden (Leunen) lendenen [SGV (1914)] III-1-1
lente, voorjaar lente: laente (Leunen), lente (Leunen), voorjaar: vurjaor (Leunen), vroegjaar: (dit is een synoniem voor vurjaor - zie blz. 650).  vroegjaor (Leunen), (dit is synoniem voor laente en is oud Venrays).  vroegjaor (Leunen) lente [SGV (1914)] || voorjaar, lente III-4-4