e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
berrie kaarboompjes: kārbø̄mkǝs (Leunen) Het uit twee balkjes bestaande toestel op de steenkuip waarop of waartussen het kaar rust. Zie ook afb. 82. [N O, 19h; A 42A, 38; Vds 147; Jan 154; Coe 135; Grof 156; N D, 33 add.] II-3
beschuit beschuit: beschuut (Leunen) beschuit III-2-3
beschuitbol bestel: bestél (Leunen) beschuitbol eenmaal gebakken en nog niet doorgesneden III-2-3
beschuitpap beschuitenpap: beschutepáp (Leunen) beschuitpap III-2-3
besjes aan de aardappelplant krallen: kralǝ (Leunen) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
beslaan kanten: kãntǝ (Leunen) De stam vierkant hakken met behulp van de beslagbijl. [N 50, 18c; monogr.] II-12
bestek tafelgerei: toffelgrej (Leunen) tafelbestek III-2-1
besvrucht, algemeen beer: baer (Leunen), bêr (Leunen), bêre (Leunen), kraal: kral (Leunen), miemer: alleen mv.  miemere (Leunen) bes [SGV (1914)] || bessen [SGV (1914)] I-7
beteuterd beteuterd: beteuterd (Leunen) beteuterd [SGV (1914)] III-1-4
beuk beuk: buuk (Leunen) beuk [SGV (1914)] III-4-3