20484 |
waterige kost |
dunnigheid:
As ge maagpien het, kunde t baest allieën már wat dunneghejd aete
dunneghejd (L211p Leunen),
poelie:
De poelie klotst in mienen boek
poelie (L211p Leunen)
|
vloeibaar dun voedsel || vloeibaar voedsel in de maag
III-2-3
|
19510 |
waterketel, moor |
marmiet:
mármiet (L211p Leunen),
moor:
muər (L211p Leunen),
ge mòt aeges wieëte hoe of òwwe moeër zingt: men is zelf verantwoordelijk voor zijn doen en laten
moeër (L211p Leunen)
|
oude koperen waterketel die met een smalle rand in het vuur zakt || waterketel
III-2-1
|
26809 |
waterlossing |
loopjes:
løpkǝs (L211p Leunen)
|
Greppel die men door een te ontginnen moeras graaft, om het water kwijt te raken. De opgaven bestrijken heel de provincies Limburg. [I, 61; N 27, 22]
II-4
|
24641 |
watermunt |
pepermunt:
paepermunt (L211p Leunen)
|
pepermunt
III-4-3
|
30082 |
waterpas |
waterpas:
wātǝrpas (L211p Leunen)
|
Gezegd van een muur wanneer deze tijdens de controle met de loodplank of het waterpas een horizontale stand vertoont. Wanneer een muur 'niet' waterpas was, werd in Q 121 gezegd: 'de muur is uit de waag' ('dǝ m ̇ūr e ̞s˱ ūs˱ dǝ wǫax'). [N 31, 10e; N 31, 10c; monogr.]
II-9
|
24586 |
waterplant |
moerplant:
moērplânt (L211p Leunen)
|
moerasplant
III-4-3
|
33631 |
waterput |
put:
pøt (L211p Leunen, ...
L211p Leunen,
L211p Leunen),
welput:
welput (L211p Leunen)
|
[DC 21 (1952)] [N 12 (1961)] [SGV (1914)]
I-7
|
33093 |
waterring van de mijt |
ring:
reŋ (L211p Leunen)
|
Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
20542 |
wecken |
inmaken:
ienmake (L211p Leunen),
wecken:
wekke (L211p Leunen, ...
L211p Leunen)
|
levensmiddelen in flesse/glazen potten sterilliseren d.m.v. koken en luchtdicht afsluiten || wecken
III-2-3
|
20435 |
weduwe |
wedvrouw:
wedvrow (L211p Leunen),
wedvrouwmens:
wedvrómmes (L211p Leunen),
wedwijf:
wedwief (L211p Leunen),
weeuw:
wew (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
wèw (L211p Leunen)
|
weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|