21267 |
woord |
woord:
woord (L211p Leunen)
|
woord [SGV (1914)]
III-3-1
|
34202 |
wormbulten |
angelsbeten:
(enk)
aŋǝlsbēt (L211p Leunen)
|
In de zomer leggen runderhorzels hun eitjes aan de haren van het rund. Na enkele dagen kruipen er larven uit de eitjes. Deze dringen het lichaam binnen langs de haren en het haarzakje, doorboren de huid en groeien langzamerhand uit. In de winter komen ze vooral onder de huid van de rug terecht. Iedere plek waar een larve zit, vormt een bultje, de wormbult. Om te kunnen ademen doorboort de larve de huid van het rund. Dit veroorzaakt wondjes die gemakkelijk geïnfecteerd kunnen raken, waardoor zeer uitgebreide verettering kan ontstaan. Zie ook het lemma ''wormbulten'' in wbd I.3, blz. 478-479. [N 52, 22; N 3A, 83b; A 48A, 35; monogr.]
I-11
|
21014 |
wormstekig |
gewormd:
door wormen aangetast
gewörmd (L211p Leunen),
verpierd:
verpiĕrd (L211p Leunen)
|
wormstekig || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)]
I-7, III-2-3
|
25450 |
worst maken |
worst(en) maken:
worst mākǝn (L211p Leunen)
|
De kleinere stukken vlees en vet worden met een vleesmolen, een bijltje of een mes tot kleine stukjes gemaakt, Het vlees wordt eventueel gekruid en dan in de schoongemaakte darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''darmen met worstvlees vullen''. [N 28, 120; monogr.]
II-1
|
22430 |
worstelen |
worstelen:
woarsele (L211p Leunen)
|
worstelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
20709 |
worstenbroodje |
worstenbroodje:
waorstebrödje (L211p Leunen)
|
worstebroodje
III-2-3
|
25451 |
worstvlees en -vet kleinmaken |
houwen:
hǫwǝn (L211p Leunen),
kortslaan:
kort slǭn (L211p Leunen)
|
Men kapt of snijdt het vlees met een mes in kleine stukjes of verwerkt het met de vleesmolen. [N 28, 113; monogr.]
II-1
|
32970 |
wortel |
wortel:
wǫrtǝl (L211p Leunen)
|
Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.]
I-4
|
24500 |
wortel (alg.) |
wortel:
wortel (L211p Leunen, ...
L211p Leunen)
|
wortel [SGV (1914)]
III-4-3
|
33718 |
wortelklomp van een struik |
boks:
boks (L211p Leunen)
|
[N 27, 9c]
I-8
|