34620 |
zoom in de huif |
schuif:
sxȳf (L211p Leunen)
|
Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75]
I-13
|
20189 |
zoon |
jong:
jóng (L211p Leunen),
zoon:
zoon (L211p Leunen, ...
L211p Leunen)
|
(zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || zoon [SGV (1914)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
19233 |
zorgen voor |
zorgen voor:
zörge vur (L211p Leunen)
|
zorgen, zorg dragen voor, letten op
III-1-4
|
20826 |
zout |
zout:
zālt (L211p Leunen, ...
L211p Leunen)
|
zout [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
19525 |
zoutpot |
zoutpot:
Veelal is dit een Keulse pot
zâltpot (L211p Leunen)
|
zoutpot
III-2-1
|
19528 |
zoutvat |
zoutvaatje:
zâltvetje (L211p Leunen)
|
zoutvaatje
III-2-1
|
25939 |
zuchtje |
trek:
tręk (L211p Leunen)
|
[N O, 9b]
II-3
|
31642 |
zuigerklep |
pompenleertje:
pōmpǝlɛrkǝ (L211p Leunen)
|
De (leren) klep in de pompzuiger van een zuigpomp die zich opent bij de neergaande beweging van de zuiger. Zie ook afb. 236a en 241. Volgens de invuller uit L 329 was er aan het slotleer een slotlood (slq.tlɛüt) bevestigd.' [N 64, 133k; N 66, 49k; monogr.]
II-11
|
31643 |
zuigerleer |
pompenleer:
pōmpǝlē̜r (L211p Leunen)
|
De leren omkleding van de pompzuiger die zorgt voor de afdichting tussen pompzuiger en pomphuis. [N 64, 1331 add.; monogr.]
II-11
|
21324 |
zuinig |
zuinig:
zunig (L211p Leunen)
|
zuinig [SGV (1914)]
III-3-1
|