e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruiloft bruiloft: brulleft (Leunen, ... ), bruiloftsfeest: brullefsfieës(t) (Leunen), trouwfeest: trowfieës(t) (Leunen) bruiloft [SGV (1914)] || bruiloftsfeest || trouwfeest, huwelijksfeest III-2-2
brullen brullen: brølǝ (Leunen) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulziekte bruls zijn: (de koe is) brøls (Leunen) Een afwijking aan de eierstokken van koeien. De dieren vertonen voortdurend verschijnselen van tochtigheid, tegelijkertijd zijn ze onvruchtbaar. De koeien maken een eigenaardig brullend geluid, ze hebben slappe banden en ze groeien slecht. Zie ook het lemma ''brulziekte'' in wbd I.3, blz. 464-465. [N 3A, 101; A 48A, 45a; JG 1a, 1b; L 19B, 4a; monogr.; add. uit N C] I-11
buffetkast pronkkast: proonkkâst (Leunen) een van veel glas voorziene kast, waarin dure en kostbare spullen liggen te pronken III-2-1
bui, regenbui bui: buj (Leunen), regenbui: raegenbuuj (Leunen), met een lengteteken op de a  rägenbuuj (Leunen) bui [SGV (1914)] || bui, regenbui || regenbui [SGV (1914)] III-4-4
buik buik: buk (Leunen) buik (lijf) [DC 01 (1931)] III-1-1
buikpijn buikpijn: bukpin (Leunen) ik heb pijn in mijn buik of de buik doet mij zeer [DC 01 (1931)] III-1-2
buitenborst buitenroede: buitenroede (Leunen) De buitenste van de twee korte, zware balken die in de askop zijn bevestigd. [N O, 1f] II-3
buitendeurtje van het varkenshok varkensdeurtje: vɛrǝkǝs˱dørkǝ (Leunen) Het deurtje waardoor het varken de stal in en uit kan lopen. [N 5A, 60f] I-6
buitenechtelijk kind voorkind: vurkiend (Leunen) kind dat reeds geboren is voordat de moeder trouwt III-2-2