20356 |
oom |
nonk:
neen
noenk (L434p Limbricht)
|
oom; Bestaan er verschillende woorden voor een oom van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17757 |
oor |
oor:
o.rə (L434p Limbricht)
|
oren [RND]
III-1-1
|
21629 |
oord: halve cent |
oortje:
Opm. dit woord kent men hier wel (= 1/2 cent).
èùrtje (L434p Limbricht)
|
Betekenis en uitspraak van: oord? Graag uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24361 |
oorworm |
orenworm:
oeareworm (L434p Limbricht)
|
oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24868 |
oot |
vlughaver:
-
vlöghaver (L434p Limbricht)
|
oot [wilde haver] [DC 30 (1958)]
III-4-3
|
33293 |
oot, wilde haver |
vlughaver:
vlø̄ghāvǝr (L434p Limbricht)
|
Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b]
I-5
|
23198 |
op bedevaart gaan |
een bedeweg doen:
⁄ne bééwaeg doon (L434p Limbricht),
een bedeweg houden:
⁄ne bééwaeg hawte (L434p Limbricht)
|
Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
21692 |
op de markt verkopen |
op de markt staan:
op de mert gao sjtaon (L434p Limbricht)
|
verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33218 |
op een hoop gooien |
op een hoop schudden:
ǫp (ęi̯)nǝ hǫu̯p šø̜dǝ (L434p Limbricht)
|
Het uitstorten van de aardappelen in de kuil. [N 12, 29; monogr.]
I-5
|
17913 |
opbergen |
opbergen:
obberge (L434p Limbricht)
|
opbergen [DC 38 (1964)]
III-1-2
|