e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
recht vooruitstoten met de armen stuiken: sjtoeke (Limbricht) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechtsachter rechtsback (<eng.): rechtsbek (Limbricht) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtsvoor rechtsbinnen: rechtsbinnen (Limbricht) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
regen (alg.) regen: raenge (Limbricht) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: de raenge boag (Limbricht) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje schuiltje: ⁄n sjuulke (Limbricht) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) het saust hem: ⁄t saaust ⁄m (Limbricht), regenen: ⁄t raengent dat ⁄t zeikt (Limbricht) regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenjas regenjas: damesraengejas (Limbricht), raengejas (Limbricht) damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3
regenpijpen regenpijpen: raengepiepe (Limbricht) regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3
regenworm pierling: peijerlink (Limbricht) regenworm [DC 40 (1965)] III-4-2