e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

Gevonden: 2000
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drenzen neutselen: neutschele (Limbricht) drenzen: de kinderen drenzen de hele dag [DC 16 (1948)] III-1-4
drijftol kokkeral: kokkeràl (Limbricht) Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)] III-3-2
drijver, zetbeitel koudbeitel: kǫwt˱bęjtǝl (Limbricht  [(stomp geslepen)]  ) De drijver of zetbeitel is eerder een werktuig van de smid. Het is een stompe stalen beitel waarmee de metalen banden worden aangedreven die ter versteviging rond de naaf worden aangebracht nadat de spaakgaten zijn geboord. Meestal worden vier naafbanden aangebracht: twee aan weerszijden van de spaken en verder nog twee aan de uiteinden van de naaf. Zie ook de lemmata ɛmiddennaafbandenɛ, ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ in wld II.11, pag. 136-139 en de daarbij horende afbeelding 214.' [N G, 30] II-12
drinken drinken: dreinke (Limbricht) drinken [DC 03 (1934)] III-2-3
drinken bij de zeug zuiken: zūkǝ (Limbricht) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas bierglas: beierglaas (Limbricht) drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] III-2-1
drinkglas met voet schopjesglaasje: sjöpkesglaeske (Limbricht) drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)] III-2-1
dronken zat: zaat (Limbricht), zo zat als een oorlogschip: zo zaat es n oorlogsjeep (Limbricht) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
dronken zijn een stuk in de kraag hebben: n sjtök in de kraag höbbe (Limbricht), hem om hebben: m ŏm höbbe (Limbricht), hem zitten hebben: hèè hèèt m zitte (Limbricht) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
droog blijven t blijft over]: het hiltj euver (Limbricht) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4