e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

Gevonden: 2000
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geraamte geraamte: geréémte (Limbricht) geraamte [N 10a (1961)] III-1-1
gereed gereed: gereit (Limbricht), klaar: klaor (Limbricht), vaardig: vaerdig (Limbricht) gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4
geruite jurk ruitjeskleed: ruutjeskleid (Limbricht) jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)] III-1-3
gesneden haan kapuin: kapūn (Limbricht) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Limbricht) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp snal (<du.): sjnal (Limbricht) sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek streepboks: sjtriepbôks (Limbricht) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraowdə vraow (Limbricht) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
gewricht gewricht: gevricht (Limbricht) gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] III-1-1
gezicht (spotnamen) bakkes: bakkes (Limbricht), facie (<lat.): faasie (Limbricht) gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1