e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

Gevonden: 2000
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krabben kratsen: kratse (Limbricht, ... ), schuren: sjoere (Limbricht) krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krakeling krakeling: Syst. WBD  krakeling (Limbricht) Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] III-2-3
krakende schoen kraakschoen: kraaksjoon (Limbricht) schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
kramsvogel krammes: krammes (Limbricht), krammesvogel: krammes(vogel) (Limbricht), krammesvoogel (Limbricht) kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1
krentenbol brioche (fr.): Syst. WBD  briosj (Limbricht), krentenbroodje: Syst. WBD  krèntebreudje (Limbricht) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenweg: krentewèk (Limbricht), Syst. WBD  krèntewèk (Limbricht), rozijnenweg: Syst. WBD  rozienewèk (Limbricht) Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] || wittebrood met alleen krenten [DC 053A (1978)] III-2-3
krielkip kriel: kril (Limbricht) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
kroeshaar krulletjes: krölkes (Limbricht) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krols loops: luipsj (Limbricht), løͅi̯pš (Limbricht) loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
krom, met bochten krom: krump (Limbricht) krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)] III-4-4