e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

Gevonden: 2000
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laag schoven op de wagen ring: raŋk (Limbricht) Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
laagliggende akker band: bē̜ntj (Limbricht) Een aantal woordtypen duiden niet zozeer op een afgebakend perceel, een akker, maar meer algemeen op laagliggende grond. [N 11, 2b] I-8
laagte in een akker kuil: kul (Limbricht) Laagte of kuil waar de grond steeds vochtig blijft of waar water blijft staan. [N 11, 3a, N 11, add.; Vld.; monogr.] I-8
laars (alg.) stevel: sjteevel (Limbricht) laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laars tot of boven de knie gamasche: kamasj (Limbricht) laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laarzenschacht schacht: sjach (Limbricht) schacht van een laars [sjach, sjteevelschach] [N 24 (1964)] III-1-3
lade tafellade: tōͅfəllā (Limbricht) tafella [DC 53a (1978)] III-2-1
lage herenschoen, molière lage schoen: leeg sjoon (Limbricht) herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] III-1-3
lage klomp klomp met riemen: [klomp] męt ręjmǝ (Limbricht) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? klomp met riem: klómp mit reime (Limbricht) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3