e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linde

Overzicht

Gevonden: 575
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een pak slaag krijgen een hoop slaag krijgen: hūp slø͂ͅg (Linde), strepen krijgen: strīp (Linde) hij zal strepen krijgen (een pak slaag) [ZND 07 (1924)] III-1-2
een verkoudheid hebben een kou hebben: ich hen n kaa op de borst (Linde), ich hen ne kaa op de bors` (Linde), ich hĕb eine kauw op de borst (Linde) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
eerste rij schoven van het dorsbed bed: [bed] (Linde) De meest gebruikelijke inrichting van het dorsbed bestaat uit één lange rij schoven, in de lengterichting van de dorsvloer achter elkaar gelegd, en daarop een tweede laag die bestaat uit twee rijen, met de koppen van de schoven naar elkaar toegekeerd, zodat de aren op de eerste, ondersterij rusten. In dit lemma staan de benamingen van de eerste, onderliggende rij bijeen, die in lengterichting achter elkaar liggen. Opmerkenswaard (en elders ongebruikelijk) is hetgeen de zegsman van L 330 opgeeft: "drie of vier schoven werden losgemaakt en uitgespreid over de dorsvloer voordat het eigenlijke bed van twee rijen schoven met de koppen naar elkaar toe werd gelegd". Voor de fonetische documentatie van de woord(delen) [bed] en [brei], zie het lemma ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' (6.1.16). Zie ook afbeelding 11, a.' [N 14, 17a; JG 1c, 2c; monogr.] I-4
eksteroog eksteroog: eksteroeg (Linde, ... ) eksteroog (op de tenen, fr. cor) [ZND 19 (1936)] III-1-2
etensresten greumelen: Syst. Frings  griməl (Linde) Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)] III-2-3
fijt fijt: fijt (Linde) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2
filter in de melkzeef zijdoekje: zęi̯dekskǝ (Linde) In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.] I-11
flauwvallen bezwijmd neervallen: bəzwemd (Linde), van zijn sus af gaan: van zenə ses āf (Linde) hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] III-1-2
flets snips: sneps gəzecht (Linde) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-2
fluim fluim: flem (Linde), klater: WNT: klater (II), 1) Samenklevende, half weeke massa.  kla.ter (Linde) fluim [ZND 23 (1937)] III-1-2