29996 |
metselzand |
rijnzand:
rē̜jnzant (P046p Linkhout)
|
Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.]
II-9
|
21585 |
mevrouw |
madam (<fr.):
herrie, gef medam ins een schoen henke (P046p Linkhout),
herrie, gef medam ins een schoen polleke (P046p Linkhout)
|
Piet (Arie), geef madame nu eens een schoon handje [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
20123 |
miauwen |
janken:
jaŋkə (P046p Linkhout)
|
miauwen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
24901 |
middag (s middags) |
middag:
middag (P046p Linkhout),
noen:
noen (P046p Linkhout),
nóówn (P046p Linkhout)
|
middag [RND], [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
20573 |
middagmaal |
noen, de -:
noun (P046p Linkhout)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22478 |
middelste kegel |
negenman:
de negen man (P046p Linkhout),
negenman (P046p Linkhout)
|
Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
31586 |
middennaafbanden |
dombanden:
dumbān (P046p Linkhout)
|
De ijzeren banden om het brede gedeelte van de naaf, aan weerszijden van de spaken. Zie ook afb. 214 en de lemmata ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ.' [N G, 43e; N 17, 60; JG 1a; JG 1b; L 39, 22 add.; monogr.; div.]
II-11
|
24352 |
mier |
brag:
ook in ZND 08, 152a
bragə (P046p Linkhout),
muurzeik:
moͅjərzēͅk (P046p Linkhout),
ook in ZND 08, 152a
my(3)̄rzai̯kə (P046p Linkhout)
|
mier [ZND 01 (1922)] || mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24423 |
mierenei |
mierenei:
meͅi̯ərənēͅ (P046p Linkhout)
|
mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24424 |
mierenhoop |
mierennest:
meͅjərənəst (P046p Linkhout),
muurzeikernest:
moͅi̯ərzēͅkərnəst (P046p Linkhout)
|
mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)]
III-4-2
|