e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omheinen afmaken: afmaken (Linkhout) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omhulsel van het teellid sluif: slø̜̄f (Linkhout) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslagdoek (alg.) neusdoek: nəzeŋ (Linkhout), tipsjaal: zie WNT: tip (I), ss. Tipdoek, hals- of hoofddoek die met een tip op de rug wordt vastgespeld.  tupšal (Linkhout) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak onderneusdoek: ondərnəzeŋ (Linkhout) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek over mantel of jak neusdoek: nəzeŋ (Linkhout) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omweiden in een andere weide doen: en ǝn āndǝr wę dǫu̯n (Linkhout) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
omzetten omzetten: ømzętǝ (Linkhout) Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c] I-4
onderdeur schuurdeur: sxø̜i̯ǝrdø̄r (Linkhout), staldeur: staldø̄r (Linkhout) Het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel is meer voor dagelijks gebruik, bedoeld om toegang te verlenen aan voetgangers en kleine voertuigen (karretjes) en om, in gesloten stand, aan vee de doorgang te beletten. In plaats van een onderdeur kan ook een kleine hekdeur van latten gebruikt worden. Zie ook afbeelding 18.e bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 37c en 42d; monogr.] I-6
ondergoed ondergoed: oͅndərgoͅut (Linkhout) ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
ondergronden, woelen breken: brēkǝ (Linkhout) Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b] I-1