18369 |
schoen: spotnamen |
kloefer:
WNT: kloef, 1) Houten schoen, klomp... Afl. kloefer.
klūfərs (P046p Linkhout)
|
schoen: spotbenamingen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18347 |
schoenlepel |
schoenaantrekker:
sxoͅuneͅntreͅkər (P046p Linkhout)
|
schoenlepel [schoontrekker] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18185 |
schoenveter |
nestel:
nesəl (P046p Linkhout),
nəsəl (P046p Linkhout)
|
schoenveter [rijgsnoer, (rij)reem, sjoonsreim, riereem, riesjtartel, nistel, rienastel, raajnagel, rijnassel, rijgnestel, rijgenast] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19919 |
schoffel |
schoffel:
sxofǝl (P046p Linkhout
[(ouder dan de hak)]
),
sxufǝl (P046p Linkhout)
|
Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7]
I-5
|
33302 |
schoffelen, wieden met de schoffel |
schoffelen:
sxofǝlǝ(n) (P046p Linkhout)
|
Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a]
I-5
|
33307 |
schoffelmachine |
schoffelmachine:
sxufǝlmǝšin (P046p Linkhout)
|
Eenvoudig duwgereedschap dat eruit ziet als een kruiwagen en bestaat uit een (of meer) schoffelijzer(s) aan een wiel, waaraan twee duwburries zitten en waarmee tussen rijen planten wordt gewied. [N 18, 47; N J, 8a; monogr.; add. uit N 18, 51]
I-5
|
33782 |
schoft |
schoft:
sxǫft (P046p Linkhout)
|
Het benige uitsteeksel dat de hals van de rug scheidt, het hoogste punt van de ruggegraat. Zie afbeelding 2.17. [JG 1a, 1b; N 8, 14, 32.1 en 32.2]
I-9
|
33977 |
schoftzadel |
zadel:
zǭl (P046p Linkhout)
|
Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.]
I-10
|
22371 |
schommel |
schok:
en schok (P046p Linkhout),
sXok (P046p Linkhout),
ən schok (P046p Linkhout)
|
Hoe heet het kinderspeeltuig, dat uit een plankje of bankje bestaat, welk door middel van twee touwen aan een dwarshout hangt en waarop het kind zich heen en weer laat zweven? [ZND 32 (1939)] || Schommel. [ZND 14 (1926)], [ZND m]
III-3-2
|
21277 |
school |
school:
sxol (P046p Linkhout)
|
school [RND]
III-3-1
|