26262 |
vangstok |
wip:
wip (P046p Linkhout)
|
De stok die wordt gebruikt om de vangbalk op te lichten. Aan één uiteinde van de vangstok is het vangkoord vastgemaakt waarmee de vang bediend kan worden. Zie ook afb. 55. De functie van de vangstok is te vergelijken met die van de vangtrommel. Zie ook het lemma ɛvangtrommelɛ.' [N O, 12p; A 42A, 84]
II-3
|
26263 |
vangtouw |
prangzeel:
prangzeel (P046p Linkhout)
|
Het touw aan de vangstok, waarmee men vanaf de grond of de stelling de vang kan bedienen. Zie ook afb. 51.9. [N O, 12q; N O, 12t; A 42A, 85; monogr.]
II-3
|
26237 |
vangwiel |
prangwiel:
prangwiel (P046p Linkhout),
vangwiel:
vangwiel (P046p Linkhout)
|
Het grootste aswiel in een molen met twee aswielen. Om het vangwiel is de reminrichting van de molen bevestigd. [N O, 11b; Sche 38; A 42A, 79; A 42A, 8]
II-3
|
18808 |
vanzelfsprekend |
natuurlijk:
da es natuurlek (P046p Linkhout)
|
Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
24518 |
varen (alg.) |
vaan:
-
vaon (P046p Linkhout)
|
varen
III-4-3
|
34297 |
varken |
varken:
vęrǝkǝ (P046p Linkhout),
vɛrǝkǝ (P046p Linkhout)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
34316 |
varken van acht tot twaalf weken |
loper:
lyǝpǝr (P046p Linkhout),
lȳpǝr (P046p Linkhout)
|
De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|
34363 |
varkens mesten |
vetten:
vętǝ (P046p Linkhout)
|
Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
34319 |
varkenshaar |
haar:
hǭr (P046p Linkhout)
|
De haargroei op het varkenslijf. [N 28, 31; monogr.]
I-12
|
33359 |
varkensketel |
varkensketel:
varǝkǝnskētǝl (P046p Linkhout),
varkensmoor:
varǝkǝnsmur (P046p Linkhout)
|
De ketel waarin het varkensvoer gekookt en gemengd wordt. Soms is het dezelfde ketel als die waarin het voer voor de koeien bereid wordt. Zie verder het lemma "veevoerkookketel" (2.2.10). [JG 1a; L 36, 96c; monogr.; add. uit A 13, 19c]
I-6
|