e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

Gevonden: 2305
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderen boemelen: buməle (Linkhout), donderen: donderen (Linkhout, ... ), doͅndərə (Linkhout) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderwolk dondertorens: dondertorens (Linkhout), donkere wolken: dunkələ woͅləkə (Linkhout), zwarte wolken: zweͅtə woͅləkə (Linkhout) donderwolk [ZND 33 (1940)] || zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: donder (Linkhout, ... ), doͅndər (Linkhout) donder [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker worden, duisteren duisteren: ⁄t døͅstər (Linkhout) schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx donker: doenker (Linkhout) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
donkerbruine koe vale koe: vǫǝl [koe] (Linkhout) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dons, nestveren duivelshaar: duvelshaar (Linkhout), stoppels: naast de vraag? doorgaans zijn dit de eerste opkomende veertjes, niet de haren.  stoppels (Linkhout) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld hemelen: znd 23, 022b;  hemelen (Linkhout), kapot: znd 23, 022b;  kapot (Linkhout), naar het pieringenland: znd 23, 022b;  neut pieringeland (Linkhout), vertrokken: znd 23, 022b;  vertrokken (Linkhout) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doed (Linkhout) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: doet (Linkhout), dōēt (Linkhout) dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2