33366 |
drinkbak voor de koeien |
krib:
krøp (P046p Linkhout)
|
Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
20499 |
drinken |
drinken:
driŋkə (P046p Linkhout, ...
P046p Linkhout)
|
drinken [ZND m], [ZND m]
III-2-3
|
19574 |
drinkglas |
glas:
glas (P046p Linkhout),
gəlas (P046p Linkhout),
pint:
pent (P046p Linkhout)
|
drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
25232 |
droog blijven |
t blijft over]:
⁄t gi øvər (P046p Linkhout)
|
droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25128 |
droog weer |
droog:
drûûch (P046p Linkhout)
|
droog [RND]
III-4-4
|
34156 |
droogstaan |
droogstaan:
(de koe) sti drȳx (P046p Linkhout),
dryxstøn (P046p Linkhout)
|
Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b]
I-11
|
25129 |
droogte |
droogte:
druugte (P046p Linkhout)
|
droogte [ZND 33 (1940)]
III-4-4
|
25126 |
druilerig en koud weer |
nat (weer):
na͂t (P046p Linkhout),
zeverweer:
zivər wijər (P046p Linkhout),
zuur weer:
zoͅur wijər (P046p Linkhout)
|
druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [ZND m]
III-4-4
|
33525 |
druiventros |
troek druiven:
troek druiven (P046p Linkhout)
|
[ZND 33 (1940)]
I-7
|
25133 |
druppel |
drup:
drep (P046p Linkhout, ...
P046p Linkhout),
drøp (P046p Linkhout, ...
P046p Linkhout)
|
druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)]
III-4-4
|