e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

Gevonden: 2305
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flikflooien mouwstrijken: ook materiaal znd 23, 55  mauw strijken (Linkhout) flikflooien [ZND 01 (1922)] III-1-4
fluim fluim: fluim (Linkhout) fluim [ZND 23 (1937)] III-1-2
fluweel, velours velours: flūr (Linkhout) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.) broek: en floere broek (Linkhout) een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3
fokmerrie kweekmerre: kwēkmęrǝ (Linkhout) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug drijfzog: drē̜fsux (Linkhout), kurrenzog: kørǝzux (Linkhout) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fooi fooi: drinkgeld  foei (Linkhout) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
forsgebouwde koe ferme koe: fęrm kui̯ (Linkhout) [N 3A, 141a] I-11
fortuin maken fortuin maken: he zal fortun maken (Linkhout) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
frankrijk frankrijk: Vīe hemme in Frankrek gezīēten (Linkhout) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1