17812 |
houden |
houden:
hōͅə (P046p Linkhout)
|
houden [ZND m]
III-1-2
|
21459 |
houden van |
houden van:
die hot veul van Pa en mau, umke en tenke, van miester en beuerman, van de schreinwerker (P046p Linkhout)
|
Hij houdt veel van Vader en Moeder, van Pa en Moe, van Oom en Tante, van Meester en Buurman, van den Timmerman [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
34216 |
houder van slachtvee |
weidenboer:
wębǫu̯r (P046p Linkhout)
|
[N 3A, 77d]
I-11
|
25369 |
houten hamer waarmee men het slachtvee verdooft |
houten hamer:
hōtǝ hāmǝr (P046p Linkhout)
|
Uit verschillende toelichtingen bij de opgaven valt op te maken dat deze hamer voornamelijk bij de varkensslacht in gebruik is. Op de hamer zit soms een ijzeren pinnetje dat door de schedel van het dier wordt gedreven om zo de hersenen te beschadigen. Niet voor alle woordtypen kan de garantie gegeven worden dat ze een "houten hamer" aanduiden. [N 28, 5a; N 28,10c; monogr.]
II-1
|
34375 |
houten raamwerk |
kennef:
kɛnǝf (P046p Linkhout)
|
Toestel van stokken vervaardigd dat men sommige dieren b.v. varkens om de hals doet om ze te beletten door hagen te breken. [L 36, 29; monogr.]
I-12
|
18355 |
houten sandaal |
sandaal:
sandoͅəl (P046p Linkhout)
|
sandaal-achtig voetbekleedsel bestaande uit een houten zool en enkele riempjes over de voet [triep, klepper] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
34595 |
houtrong |
romblok:
romblǫk (P046p Linkhout)
|
Werd vooraan op de hoogkar geplaatst wanneer men hout wilde vervoeren. De houtrong bestaat uit een rongblok, twee rongstokken en een raam. De twee rongstokken bevinden zich aan weerszijden van het rongblok; het rechthoekig of trapeziumvormig raam staat in het midden op het rongblok. Dit raam beschermt het paard tegen de druk van de lading, terwijl de rongen de lading op haar plaats houden. Hoewel bij heel wat opgaven een betekenisaanduiding gegeven wordt, is het vaak onduidelijk of twijfelachtig wat er precies bedoeld wordt, omdat sommige woordtypen zowel als benaming voor "houtrong in zijn geheel" als voor "rongblok" en "raam" voorkomen. Toch is hier gekozen voor een vierdeling van het lemma: de opgaven waarbij geen betekenisindicatie gegeven werd, zijn vooraan geplaatst; de opgaven waarbij die indicatie er wel was, zijn naargelang de betekenis ondergebracht onder A. de houtrong in zijn geheel, B. het rongblok of C. het raam. [N 17, 7a-b + 40 + add; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2c]
I-13
|
31803 |
houtsplinter |
splinster:
splinstǝr (P046p Linkhout)
|
Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.]
II-12
|
24329 |
houtworm |
houtworm:
hōͅtwərm (P046p Linkhout),
milver:
mirvel (P046p Linkhout),
molm:
nolm (P046p Linkhout)
|
houtworm, memel [ZND 38 (1942)] || wormpje dat gangen graaft in het hout van meubels enz. [meemel, muitel, meutel] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
18962 |
huichelaar |
schijnheilige:
n schijnheilige (P046p Linkhout),
valserik:
ne valserik (P046p Linkhout)
|
huichelaar (schijnheilige, enz.) [ZND 24 (1937)]
III-1-4
|