e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linne

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
torenspits kerktoren: kirktoren (Linne) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3
torenuurwerk kerkklok: kirkklok (Linne) Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3
tornen lossnijden: lossni-jǝ (Linne) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tortelduif tortelduif: tòrteldoef (Linne) tortelduif III-4-1
touwtjespringen touwtjespringen: /  tuike sjpringe (Linne) touwtje springen [SND (2006)] III-3-2
trapleer trapleder: trapleier (Linne) trapleer [DC 39 (1965)] III-2-1
trekharmonica monica: moneca (Linne) Hoe noemt men in uw dialect de trekharmonica of accordeon? Het gaat om de meest gebruikte benaming, niet om grappige namen. [DC 52 (1977)] III-3-2
troep ganzen klocht: kloxt (Linne) In vraag A 4, 18 en L 20, 18 werd gevraagd naar de dialectwoorden voor een "troep" schapen, koeien, varkens, ganzen. In dit lemma zijn alleen die antwoorden opgenomen die specifiek op een "troep ganzen" duiden. [A 4, 18; L 20, 18] I-12
trommeltje trommeltje: tröməlkə (Linne) trommeltje [RND] III-3-2
trui tricot (fr.): trico (Linne, ... ) Zou die trui goed blijven in de was? [DC 40 (1965)] III-1-3