e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linne

Overzicht

Gevonden: 1331
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwaar verkouden flink verkoud: flink verkaojt (Linne) Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)] III-1-2
zwager zwager: swaoger (Linne) zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)] III-2-2
zwak, slap zwak: zwaak (Linne) zwak [DC 02 (1932)] III-1-1
zware verkoudheid zwaar in de kop zijn: ich bün zwaor in de kop (Linne), zware verkoudheid: ein shwaor verkoadheit (Linne) Griep. Hoe noemt men tegenwoordig een zware verkoudheid met koorts? [DC 30 (1958)] || Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)] III-1-2
zwarte bes zwarte miemeren: zwarte miemere (Linne) [DC 13 (1945)] I-7
zwarte kraai, kraai kaak: kaak (Linne), raaf: raaf (Linne), raafkaak: raofkaak (Linne) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai III-4-1
zwarte roodstaart roodstaartje: rootsjtèrtje (Linne) zwarte roodstaart III-4-1
zwavelx zwagel: zwaigel (Linne) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zwemmen zwemmen: zjwömən (Linne), zwummen (Linne) zwemmen [RND] || Zwemmen. [DC 38 (1964)] III-3-2
zwerm zwerm: žwɛrm (Linne) Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.] II-6