e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linne

Overzicht

Gevonden: 1331
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het misboek omdragen het misboek omdragen: et misbook omdragen (Linne) Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)] III-3-3
het vuur doven uit laten gaan: öt vūū.r ōē.t lao:⁄te gao.n (Linne) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1
het vuur wijden op paaszaterdag paasvuur: paosvuur (Linne) Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)] III-3-3
heten heten: heiten (Linne) heten [DC 37 (1964)] III-2-2
heukeling opper: ǫpǝr (Linne) Het kleinste hoopje halfdroog hooi dat men ''s avonds maakt door het opwerken van de rijen, om ze ''s anderendaags weer uiteen te gooien. De kaarten 40, 42 en 44, respectievelijk "heukeling", "hoop" en "opper" hebben alle drie dezelfde opbouw, die weer in verband staat met de opbouw van de kaarten 39, 41 en 43: "op heukelingen zetten", "op hopen zetten" en "op oppers zetten". Voor deze zes kaarten zijn ook dezelfde symbolen voor gelijke opgaven gebruikt. [N 14, 104 en 103 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 3a; A 42, 20a, L 36, 1; L 38, 38a; monogr.] I-3
heukelingen spreiden spreiden: spręi̯ǝ (Linne) Het uiteengooien van de kleinste soort hoopjes, zodat ze verder kunnen drogen. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: heukelingen. ø...ŋ wijst op identieke antwoorden als in het lemma ''zwaden spreiden''.' [N 14, 105; JG 1a, 1b; A 34, 1; monogr.] I-3
heup heup: huep (Linne) heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
hiel vers: vais (Linne), (m.).  de vae.s (Linne) hak (hiel) [DC 01 (1931)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)] III-1-1
hij aardt naar zijn vader hij aardt op zijn vader: hê aarjt op zie vader (Linne) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [DC 02 (1932)] III-2-2
hinkelblokje hinksteen: een platte steen of tegeltje  hinkstein (Linne) hinkelspel [VC 10] III-3-2