e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linne

Overzicht

Gevonden: 1331
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hinkelen hinkelen: /  hinkele (Linne), hinken: hinke (Linne) hinkelen [SND (2006)] || hinkelspel [VC 10] III-3-2
hobbelpaard add. hobbelpaardje: /  hoepelpèrdje rieje (Linne) hoepelpaard rijden [SND (2006)] III-3-2
hoed (alg.) hoed: ô.t (Linne) hoed [RND] III-1-3
hoeden van koeien hoeden: hø̜̄jǝ (Linne) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoefstal, noodstal noodstal: nǫatstal (Linne) Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] II-11
hoekschop corner (eng.): corner (Linne) Hoekschop. [DC 49 (1974)] III-3-2
hoektand oogstand: ougstanjt (Linne) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoepelen repen: /  reipe (Linne) hoepelen [SND (2006)] III-3-2
hoeveelheid hooi die men opsteekt bussel: bø̜sǝl (Linne) De hoeveelheid hooi die de opsteker in één keer met z''n gaffel aangeeft aan de optasser. Zie voor het vocalisme van het woordtype riek de opmerking in de semantische toelichting bij het lemma ''houten schudgaffel'' en bij het lemma ''hooihark''.' [N 14, 118; A 34, 5a] I-3
hok voor de beer berestal: berestal (Linne) Soms gebruikt men, in aansluiting bij de benamingen voor het hok van de zeug, ook specifieke benamingen voor de hokken van de beer, de mestvarkens en de biggen. Deze laatste staan in de drie volgende lemma''s bijeen. [N 76, 41e] I-6