e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linne

Overzicht

Gevonden: 1331
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringtang varkenstang: vɛrkǝstaŋ (Linne) Tang waarmee men het varken een ring in de neus zet. [N 76, 47] I-12
rinkelen met de altaarbel bellen: bellen (Linne) Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)] III-3-3
rode aalbes miemeren: miemere (Linne) [DC 13 (1945)] I-7
rode biet kroot: krǫt (Linne), rode kroot: rǭi̯ krǭǝt (Linne) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode bieten rode kroten: roaj krot (Linne) rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)] III-2-3
rode kool rood moes: road moos (Linne) Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)] I-7
roek zaadkraan: zaodkroin (Linne) Hoe heet de roek? [DC 06 (1938)] III-4-1
roep- en lokwoord voor de eend kwaak, kwaak: kwāk, kwāk (Linne) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kuiken tiet, tiet, tiet: tit, tit, tit (Linne) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roepen roepen: roopen (Linne) roepen (geen context) [DC 38 (1964)] III-3-1