32472 |
wissen sorteren |
sorteren:
sǫrtē̜jrǝ (P047p Loksbergen)
|
De gekapte wissen op maat sorteren. Bij het sorteren wordt een hoeveelheid wissen in een ondiepe put of een schuin in de grond geplaatste ton gezet. De langste wissen worden dan vervolgens aan de bovenzijde vastgepakt en door middel van een schuddende beweging gescheiden van de kortere wissen. Deze handeling wordt herhaald tot alle wissen op lengte gerangschikt zijn. [N 40, 11]
II-12
|
32497 |
wissen weken |
weken:
wɛ̄kǝ (P047p Loksbergen)
|
De wissen in water onderdompelen om ze soepeler te maken. Grauwe wissen dienen, afhankelijk van de omstandigheden, één √† twee weken te weken, witte wissen en buffwissen één √† twee uur. [N 40, 20; monogr.]
II-12
|
32471 |
wissenmes |
kapmes:
kapmɛs (P047p Loksbergen),
sikkel:
zekǝl (P047p Loksbergen)
|
Het -vaak sikkelvormige- werktuig waarmee de wissen worden gekapt. Zie ook afb. 261. [N 38, 6 add.; N 40, 9; monogr.]
II-12
|
32477 |
wissenmijt |
mijt:
mējǝt (P047p Loksbergen)
|
Een stapel grauwe wissenschoven die in de buitenlucht liggen te drogen. [N 40, 16; N 40, 17]
II-12
|
32474 |
wissenschoof |
bussel:
bøsǝl (P047p Loksbergen)
|
Een tot een bundel gebonden hoeveelheid wissen. [N 40, 10]
II-12
|
32487 |
wissenschors |
schors:
sxøs (P047p Loksbergen)
|
De schil die van de wissen verwijderd wordt. [N 40, 32]
II-12
|
32462 |
wistop |
kop:
kǫp (P047p Loksbergen)
|
De bovenkant van een wis. [N 40, 29]
II-12
|
32463 |
wisvoet |
het dik:
hǝt dek (P047p Loksbergen)
|
De onderkant van een wis. [N 40, 28]
II-12
|
33772 |
wit stervormig vlekje op het voorhoofd |
ster:
stɛ̄r (P047p Loksbergen)
|
Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27]
I-9
|
34538 |
wit van het ei |
wit:
wet (P047p Loksbergen)
|
[JG 1b, 1c; monogr.]
I-12
|