e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aftekenmal model: mǝdɛl (Loksbergen) Het model waarmee de delen op het plaatijzer worden afgetekend die er later moeten worden uitgekapt. Een aftekenmal wordt gemaakt wanneer er veel stukken van gelijke vorm moeten worden vervaardigd. [N 33, 249] II-11
aftrekken, uitwinnen afrollen: afrǫlǝ(n) (Loksbergen) Na het inkappen rolt de maaier met de mathaak de halmen samen en haalt ze naar zich toe. Het is de "tweede fase" van de zichtbehandeling. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en bij het lemma ''afleggen'' (4.4.3) bij het maaien met de zeis. [N 15, 16g; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 23, 16.2; L 48, 34.2; Lu 2, 34.2; monogr.; add. uit N 15, 16i] I-4
aftroggelen uithoren: əəthuujərə (Loksbergen) listig of met bedrog iets van iemand weten te krijgen [troggelen, aftroggelen, uitschillen, affoefelen, aftruifelen, aftisselen, afstrepen, affutselen, afzetten] [N 89 (1982)] III-3-1
aftuigen uitdoen: ø̜̄t˲dūn (Loksbergen) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afvallen van bladeren vallen: vallen (Loksbergen) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3
afwasteil, afwasbak wasketel: waskē’tel (Loksbergen) de kom, bak of emmer, waarin de teljoren, schotels, enz. worden afgewassen [ZND 02 (1923)] III-2-1
afwerken afwerken: afwęrkǝ (Loksbergen) De klompen verder afwerken nadat ze uit de heulbank zijn gehaald. Tot de afwerking behoren onder meer het fijnsnijden van de buitenkant en het bijwerken van de klompopening met het fijnmes en het gladmaken van de buitenkant met het schrapmes. [N 97, 97] II-12
afzetten stropen: struujəpə (Loksbergen), uithalen: əəthoolə (Loksbergen) meer laten betalen dan een artikel waard is; te duur doen betalen [strepen, aankomen, strafelen, straffen, stropen, stroefen, scholpen, nijpen, afdrogen, overschatten] [N 89 (1982)] III-3-1
agnus dei agnus: anjus (Loksbergen) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3
akker perceel: pǝrsiǝl (Loksbergen), stuk: støk (Loksbergen) Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.] I-8