e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koehoorn hoorn: hawrǝ (Loksbergen) Voorwerp waarmee men naar behoefte ogen in het touw kan maken. [N 48, 112] II-7
koele wind koele wind: kŭŭlə wint (Loksbergen) koele wind [koeltje] [N 81 (1980)] III-4-4
koets (alg.) koets: koitch (Loksbergen), koits (Loksbergen) de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)] || een vierwielig, geheel gesloten rijtuig, door een of meer paarden getrokken [koets, toegerij, toekoets] [N 90 (1982)] III-3-1
koevoet, hefboom hefboom: høf˱būwǝm (Loksbergen) IJzeren hefboom van 90 tot 120 cm lang die van onderen eindigt in een schuin uitstaande, gespleten klauw. De koevoet wordt gebruikt bij het verplaatsen van zware lasten, maar ook voor sloopwerk en om spijkers uit te trekken. Zie voor de woordtypen domphout (L 331) en domper (L 330) ook het Tegels woordenboek, pag. 81, s.v. ɛd√¥mpeɛ: "het optillen of verplaatsen van een zwaar voorwerp door middel van een hefboom, die men op een ondergeschoven blok of steen laat rusten."' [N 33, 240; N 33, 114; N 17, 81] II-11
koffer reiskorf: rɛ̄skørǝf (Loksbergen) Platte, vierkante, gevlochten reiskoffer. Sommige hebben een binnendeksel, die op een rabat (rand, kraag) rust. [N 20, 50; N 40, 96; N 40, 109; N 40, 117; monogr.] II-12
koffiekannetje bidon: bǝdǫn (Loksbergen) Flesvormig, blauw gëmailleerd metalen koffiekannetje met beugelsluiting. [N 98, 13; monogr.] II-8
koken (intr.) koken: kaowkə (Loksbergen), kōkə (Loksbergen) koken [RND], [ZND 04 (1924)] III-2-3
kolengat houillekot: hǫjlǝkǫt (Loksbergen) De plaats onder het smidsvuur waar de smeedkolen opgeslagen werden. Zie ook afb. 6. [N 33, 27] II-11
kolomboormachine kolomboormachine: kǫlǫnbawrmašen (Loksbergen) Stationaire boormachine waarbij de boorhouder beweegbaar op een kolom gemonteerd is. Het werkstuk kan bij deze boormachine in een, vaak in hoogte verstelbare, boortafel worden vastgeklemd. De kolomboormachine wordt vooral voor zwaar en zuiver boorwerk gebruikt. Zie ook afb. 122. Het betreft daar een kolomboormachine die met de hand wordt aangedreven. [N 33, 123] II-11
komen komen: kōmə (Loksbergen), kōumə (Loksbergen) komen [RND], [ZND m] III-1-2