29371 |
koehoorn |
hoorn:
hawrǝ (P047p Loksbergen)
|
Voorwerp waarmee men naar behoefte ogen in het touw kan maken. [N 48, 112]
II-7
|
25224 |
koele wind |
koele wind:
kŭŭlə wint (P047p Loksbergen)
|
koele wind [koeltje] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21140 |
koets (alg.) |
koets:
koitch (P047p Loksbergen),
koits (P047p Loksbergen)
|
de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)] || een vierwielig, geheel gesloten rijtuig, door een of meer paarden getrokken [koets, toegerij, toekoets] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
31201 |
koevoet, hefboom |
hefboom:
høf˱būwǝm (P047p Loksbergen)
|
IJzeren hefboom van 90 tot 120 cm lang die van onderen eindigt in een schuin uitstaande, gespleten klauw. De koevoet wordt gebruikt bij het verplaatsen van zware lasten, maar ook voor sloopwerk en om spijkers uit te trekken. Zie voor de woordtypen domphout (L 331) en domper (L 330) ook het Tegels woordenboek, pag. 81, s.v. ɛd√¥mpeɛ: "het optillen of verplaatsen van een zwaar voorwerp door middel van een hefboom, die men op een ondergeschoven blok of steen laat rusten."' [N 33, 240; N 33, 114; N 17, 81]
II-11
|
21265 |
koffer |
reiskorf:
rɛ̄skørǝf (P047p Loksbergen)
|
Platte, vierkante, gevlochten reiskoffer. Sommige hebben een binnendeksel, die op een rabat (rand, kraag) rust. [N 20, 50; N 40, 96; N 40, 109; N 40, 117; monogr.]
II-12
|
29604 |
koffiekannetje |
bidon:
bǝdǫn (P047p Loksbergen)
|
Flesvormig, blauw gëmailleerd metalen koffiekannetje met beugelsluiting. [N 98, 13; monogr.]
II-8
|
20787 |
koken (intr.) |
koken:
kaowkə (P047p Loksbergen),
kōkə (P047p Loksbergen)
|
koken [RND], [ZND 04 (1924)]
III-2-3
|
31244 |
kolengat |
houillekot:
hǫjlǝkǫt (P047p Loksbergen)
|
De plaats onder het smidsvuur waar de smeedkolen opgeslagen werden. Zie ook afb. 6. [N 33, 27]
II-11
|
31412 |
kolomboormachine |
kolomboormachine:
kǫlǫnbawrmašen (P047p Loksbergen)
|
Stationaire boormachine waarbij de boorhouder beweegbaar op een kolom gemonteerd is. Het werkstuk kan bij deze boormachine in een, vaak in hoogte verstelbare, boortafel worden vastgeklemd. De kolomboormachine wordt vooral voor zwaar en zuiver boorwerk gebruikt. Zie ook afb. 122. Het betreft daar een kolomboormachine die met de hand wordt aangedreven. [N 33, 123]
II-11
|
17813 |
komen |
komen:
kōmə (P047p Loksbergen),
kōumə (P047p Loksbergen)
|
komen [RND], [ZND m]
III-1-2
|