23718 |
kralen van de rozenkrans |
bolletjes:
bəlləkəs (P047p Loksbergen)
|
De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21340 |
kramer |
kramer:
kriəmər (P047p Loksbergen)
|
kramer [ZND m]
III-3-1
|
24045 |
kransen |
sieren:
sīērə (P047p Loksbergen)
|
Een krans van dennegroen maken voor een priesterfeest [krensen]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gəzét (P047p Loksbergen)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
31339 |
kraspen |
griffel:
grefǝl (P047p Loksbergen)
|
In het algemeen een werktuig waarmee de metaalbewerker de afmetingen van een werkstuk op het plaatmateriaal aftekent. Het bestaat doorgaans uit een spitse stalen of koperen stift die soms in een houten heft gevat kan zijn. Zie ook afb. 71. [N 33, 245; N 64, 82a; N 64, 82c; monogr.]
II-11
|
24954 |
kreek, stilstaand water |
gracht:
gràcht (P047p Loksbergen)
|
kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24339 |
krekel |
krekel:
krĭkəl (P047p Loksbergen)
|
krekel [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
18107 |
krentenbaard |
blein:
blèen (P047p Loksbergen)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18224 |
kreukel |
kreuk:
kruik (P047p Loksbergen),
kronkel:
krunkəl (P047p Loksbergen),
plooi:
ploe (P047p Loksbergen),
valse plooi:
valsə plōēwə (P047p Loksbergen)
|
Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] || ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18223 |
kreukelen |
kronkelen:
krunkələ (P047p Loksbergen),
rimpelen:
rumpele (P047p Loksbergen),
verkronkelen:
vərkrunkələ (P047p Loksbergen)
|
Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] || zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk (kreukelen, kreuk) [N 86 (1981)]
III-1-3
|