e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laten laten: luətə (Loksbergen) laten [ZND m] III-1-2
laten wijden inzegenen: inzēēgənə (Loksbergen), wijden: wēējə (Loksbergen, ... ) Een akker laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een kruisbeeld, een heiligenbeeld(je), een kaars laten wijden/zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)] || Een voertuig (auto/wagen) laten wijden/zegenen, op of rond het feest van St. Christoffel (25 juni). [N 96B (1989)] III-3-3
laurier laurier: lorīr (Loksbergen) laurier [ZND m] III-2-3
lauw lauw: lōͅ (Loksbergen) lauw [ZND m] III-4-4
lauw weer zoet: zŭŭt (Loksbergen) warm noch koud, gezegd van het weer [lauw, voos] [N 81 (1980)] III-4-4
leefnet leefnet: leejefnet (Loksbergen) Het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar]. [N 88 (1982)] III-3-2
leeftijd, ouderdom ouderdom: aardom (Loksbergen) ouderdom [ZND 05 (1924)] III-2-2
leeg, niets bevattend leeg: lijch (Loksbergen, ... ) niets bevattende, gezegd van bijv. een fles, een kan, een kopje, een vertrek etc. [leeg, ijdel, ijl] [N 91 (1982)] || waar niemand aanwezig is, leeg [wepel, verlaten] [N 91 (1982)] III-4-4
leegloper leegloper: lijgloewəpər (Loksbergen), niksnut: nikssnut (Loksbergen), voddenman: vòdəman (Loksbergen) een persoon die zonder iets te verrichten en zonder bezigheden rondloopt [leuteraar, leegloper] [N 85 (1981)] III-1-4
leem, pijpaarde leem: liəm (Loksbergen) leem [ZND 01 (1922)] III-4-4