18094 |
niersteen |
niersteen:
nīērsteen (P047p Loksbergen)
|
Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34154 |
niet drachtig |
muntig:
møntex (P047p Loksbergen)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
24716 |
niet gedijen |
treuren:
truirt (P047p Loksbergen)
|
Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18220 |
niet passen |
pronselen:
WNT: prons, Afl. pronselen verkreukelen van kleeding of haartooi. Vgl. pronselen.
prònsələ (P047p Loksbergen)
|
niet passen, gezegd van kledingstukken (pronsen, bolderen) [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18921 |
nietsnut |
leegloper:
lijglōēwəpər (P047p Loksbergen),
luierik:
ləərik (P047p Loksbergen),
zak:
zàk (P047p Loksbergen)
|
een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwejaar:
nievejôr (P047p Loksbergen),
nīēvejòòr (P047p Loksbergen)
|
1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)] || Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
22616 |
nieuwjaar wensen |
nieuwjaarswens (zn.):
nievejòòrswuns (P047p Loksbergen)
|
Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
nies (P047p Loksbergen)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
nieuwsgierige neus:
nieschirigə nuis (P047p Loksbergen)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18020 |
niezen |
niesten:
nīstə (P047p Loksbergen),
niezen:
nieze (P047p Loksbergen)
|
niezen [ZND 05 (1924)], [ZND m]
III-1-2
|