21808 |
overleggen |
klappen:
klàpə (P047p Loksbergen)
|
anderen raadplegen, een zaak met een ander bespreken [overleggen, ordenen, beraadslagen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18847 |
overmoedig gedrag |
zatte toeren:
zòtə tōērə (P047p Loksbergen)
|
overmoedig, roekeloos gedrag [cranerie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33051 |
overmouwen |
halfmouwen:
halǝfmǫu̯ǝ (P047p Loksbergen)
|
De aflegger, en ook de binder (zie paragraaf 4.6), beschermde zijn armen tegen de stekende en snijdende halmen door er overmouwen overheen te schuiven. Vaak zijn het een paar oude kousen waarvan de teenstukken zijn afgeknipt; vandaar het type strompen: (afgesneden) kousen. [N 15, 54; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
25065 |
overschot, restant |
klats:
klàts (P047p Loksbergen),
klatsje:
klètskə (P047p Loksbergen)
|
een klein overschot [kwets, kwats, klats, klets, klas] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21168 |
overweg |
bareel:
brīējəl (P047p Loksbergen)
|
de plaats waar men een spoorweg kan oversteken [overweg, bareel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18892 |
overwegen |
napeinzen:
nōōpèèzə (P047p Loksbergen),
naprakkiseren:
nōōpràkəzijrə (P047p Loksbergen)
|
goed nadenken, alles goed bekijken voordat men iets doet [nadenken, achterdenken, naprakkezeren, overdenken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32375 |
paalmes |
snijmes:
snējǝmɛs (P047p Loksbergen)
|
Het lange snijmes waarmee de klomp afgepaald wordt. Het blad van het mes kan recht of iets gebogen zijn. Het paalmes is aan één kant van een handvat voorzien en aan de andere kant van een haak. Met die haak is het mes scharnierend aan een kram verbonden, die op een houten blok, het snijpaardje, is vastgemaakt. De klompenmaker kan op deze wijze met één hand met het mes werken, terwijl hij met de andere hand de klomp vasthoudt die op het snijpaardje ligt. Zie ook het volgende lemma en afb. 236. [N 97, 13; A 29, 1; A 29a, 4a; A 29a, 15c; monogr.]
II-12
|
29635 |
paard |
paard:
pē̜ǝt (P047p Loksbergen)
|
[JG 1a, 1b; A 3, 4; A 11, 4; L 4, 4; L 5, 27c; L 22, 21; L 23, 1b; Gwn 5, 9a; R -s-; S 27; S 49; RND 60, 74; Wi 6, 17; monogr.; add. uit N 18]
I-9
|
33991 |
paardedeken onder het zadel |
serge:
sǫzǝ (P047p Loksbergen)
|
Deken die onder het zadel wordt gelegd om de rug van het paard te beschermen. Uit een aantal opgaven blijkt dat daarvoor ook andere materialen zoals kussens, vilt of (plastic) zakken gebruikt worden. Vergelijk ook lemma Onderzadel. [JG 1a, 1b]
I-10
|
24482 |
paardekastanje |
kastaan:
kərstaŋ (P047p Loksbergen)
|
kastanje [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|