33707 |
poel |
poel:
pūl (P047p Loksbergen)
|
Klein ondiep, stilstaand water, veelal als troebel of smerig gedacht. Een poel heeft dan ook meestal een meer ongunstige betekenis dan een vijver. [N 27, 24; S 28; A 20, 1; A 2, 48; monogr.]
I-8
|
24949 |
poel, plas |
plas:
plas (P047p Loksbergen, ...
P047p Loksbergen)
|
plas [ZND m]
III-4-4
|
31211 |
poelie |
v-poelie:
vęjpǫlī (P047p Loksbergen)
|
Wiel dat voorzien is van flensranden of van een groef en dat gebruikt wordt om er een drijfriem of een ketting over te laten lopen. Zie ook afb. 76 in Wld ii.3 (pag. 104) en het lemma "drijfriem". [N 33, 258; monogr.]
II-11
|
19958 |
poetsen |
afsteken:
afstē̜kǝ (P047p Loksbergen)
|
De overtollige eindjes wis die aan de binnen- en buitenkant van de mand uitsteken, met behulp van een poetsmes wegsnijden. Zie ook het volgende lemma. Een uitstekend eind van een wis werd in Sint Truiden (P 176) kout (kǫwt) genoemd. [N 40, 74; monogr.]
II-12
|
32520 |
poetsmes |
steekmes:
stē̜kmɛs (P047p Loksbergen)
|
Het mes waarmee de uitstekende eindjes worden afgesneden. Zie ook afb. 279. [N 40, 75; monogr.]
II-12
|
18420 |
pofmouw |
pofmouw:
pŏĕf[móówə} (P047p Loksbergen),
pufmow (P047p Loksbergen)
|
Mouw met een bolstaande plooi. [N 62, 34b; MW; monogr.] || Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)]
II-7, III-1-3
|
18052 |
pokdalig |
brobbels:
brŏĕbəls (P047p Loksbergen),
brubele (P047p Loksbergen)
|
pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] || pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig, pokkelig). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22752 |
polichinelle |
polichinelle:
polichenel (P047p Loksbergen)
|
Polichinelle. [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
21437 |
politieagent |
gardevil (<fr.):
vgl. WBD III, 3.1 (blz. 345): gardevil.
gardevil (P047p Loksbergen),
hanneken-uit:
WNT: hanneken-uit, (..) nachtwaker, half als bijnaam, half als gemeen znw. (beroepsnaam).
hennekenuit (P047p Loksbergen),
police (fr.):
polis (P047p Loksbergen)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] || Politieagent. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
19482 |
pollepel |
potleper:
pu̯allēpər (P047p Loksbergen)
|
pollepel [ZND 04 (1924)]
III-2-1
|