e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poppenspel poppenkast: pupəkast (Loksbergen) De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] III-3-2
populier (alg.) popster: popster (Loksbergen) populier [ZND m] III-4-3
portaal portaal: pərtuəl (Loksbergen) portaal [ZND m] III-2-1
portefeuille portefeuille (fr.): pòrtəful (Loksbergen) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
postbode facteur (fr.): fàktuir (Loksbergen) de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] III-3-1
postelein porselein: porselein (Loksbergen, ... ), postelein: poͅsəlēͅn (Loksbergen) [Goossens 1b (1960)]postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)] I-7
postzegel timbre (fr.): tèmpər (Loksbergen) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] III-3-1
poten planten: plantǝ (Loksbergen), poten: puǝtǝ (Loksbergen) De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-13, I-5
potlood potlood: onzijdig  potloeət (Loksbergen) Potlood: schrijftuig (Fr. crayon). [ZND 05 (1924)] III-3-1
potsachtig drollig: dròləg (Loksbergen) lachwekkend, met minder fijnzinnige humor [grollig] [N 85 (1981)] III-1-4